'Hoe ik talent voor het leven kreeg'
'Ik bracht mijn dag door met melden en wachten, melden en wachten, en daarna
melden en wachten voor het volgende moment. Maar soms, opeens, knapte er iets
in mij en wilde ik meteen iets veranderen. Zoiets als wat gebeurt bij een wild
dier in een kooi. Lange tijd is het rustig, maar opeens zie je het springen en brullen en in de tralies bijten. Soms sprong ik ook en brulde ik, maar voor ik
mezelf zou bijten zocht ik Talib op. Hij kon me kalmeren'.
Rodaan Al Galidi
Hoe ik talent voor het leven kreeg
Uitgeverij Jurgen Maas, Amsterdam 2016
Een heel fijn boek ware het niet dat het een verdrietig verhaal is. Omdat ik les
geef in een azc las ik het boek met meer dan gewone belangstelling. De
hoofdpersoon Semmier Kariem is gevlucht uit Irak. Via Thailand, Maleisië en Vietnam belandde hij eindelijk in Nederland met een vervalst Nederlands
paspoort.
In Nederland werd hij eerst opgesloten in een politiecel, werd zijn vingerafdruk
genomen en kwam hij via een opvangcentrum in een azc bij Haarlem.
Hoe lang en hoe
goed je het volhoudt in een azc heeft veel te maken met je levensinstelling. Ben
je sterk of zwak, kan je op commando huilen, kan je goed liegen. alles kan voor-
en nadelen hebben. Het is bekend dat je als homo eerder een verblijfsvergunning
krijgt. Ben je een goede toneelspeler, kan je huilen op het juiste moment en
doen alsof je homofiel bent. Het gaat erom dat ze je geloven. En dan krijg je
een kamer alleen en snel een verblijfvergunning.
Levenskunstenaars houden het langer vol. Een Iraakse vrouw, Zeinab, houdt van koken en maakt voor iedereen
lekkere hapjes. Een andere vrouw ritselt een naaimachine en kort broeken in en repareert kleding. Semmier deelt een kamer met drie anderen. Hij heeft veel
meegemaakt, af en toe wordt het hem te veel en probeert hij zijn geluk te zoeken in
Duitsland en in Noorwegen. Maar in heel Europa zien ze aan je vingerafdruk in
welk land je je het eerst gemeld hebt. Dus wordt Semmier twee keer teruggestuurd
naar het azc in Haarlem.
Als het hem te benauwd wordt gaat hij even naar de zee.
Dat maakt hem rustig. Het is Semmier die zijn verhaal vertelt. Hij vertelt ook
over zijn lotgenoten. Jelena is een lichtpuntje voor de mannen, een
wonderschone Russische vrouw. Ook ontdekken sommige Iraakse mannen een generaal
die zich schuldig heeft gemaakt aan het martelen en vermoorden van burgers.
Juist die generaal gaat elke zondag in een keurig pak naar de kerk en krijgt
eerder dan de anderen een verblijfsvergunning. In het azc kunnen sommige
asielzoekers het goed met elkaar vinden en anderen kunnen elkaars bloed wel
drinken.
Een stel andere mannen gaan ook elke zondagmorgen in keurige kleding op
pad. Toen Semmier een keer met ze meeging, kwam hij erachter dat ze naar
Amsterdam gingen, naar de Wallen om naar de vrouwen te kijken. Ze hadden geen
geld om er gebruik van te maken, alleen kijken. Dat was hun zondagse uitstap.
Ook buiten het azc loopt van alles rond. De plaatselijke dominee deelt
Arabischtalige bijbels uit. Een stoere jongen in dikke BMW haalt de mooie
Jelena af en toe op. Semmier vertrouwt de jongen niet, wat later terecht blijkt te zijn. Heel veel later ziet Semmier Jelena op de Wallen.
Aan het eind van het boek
komt er een generaal pardon. Op 1 april 2001 ging een nieuwe Vreemdelingenwet in.
Alle asielzoekers die voor die tijd asiel hebben aangevraagd kunnen niet meer
teruggestuurd worden en krijgen een verblijfsvergunning. Jammer voor Joâo, een
asielzoeker uit Angola. Hij had zijn eerste gehoor op 2 april. Maar, het Generaal
pardon geldt niet voor mensen met een strafblad en alléén voor mensen die
onafgebroken in Nederland zijn geweest.
Een mooi boek waarin allerlei karakters fraai worden beschreven.
472 blz.